Leeft jouw ontruimingsplan echt?

Hoe jij als Hoofd BHV zorgt voor een ontruimingsplan dat leeft en werkt als het erop aankomt.

“Als er nu iets gebeurt, weet ik niet zeker of iedereen weet wat ’ie moet doen” Die uitspraak horen we vaker dan je denkt van Hoofd BHV’ers. En eerlijk? Dat is helemaal niet gek. Een ontruimingsplan is meestal wel ergens aanwezig, maar leeft het ook echt op de werkvloer?

Soms ligt het stof te happen in een map. Soms sluit het niet meer aan bij hoe de locatie écht werkt. En vaak weet lang niet iedereen wat zijn of haar rol is als het erop aankomt.

En precies dat geeft onrust. Terwijl jij als Hoofd BHV juist rust en overzicht nodig hebt als het spannend wordt.

Je hoeft het niet allemaal zelf te bedenken

Als Hoofd BHV voel je je verantwoordelijk. Voor je team, je collega’s, de veiligheid. Maar dat betekent niet dat jij alles alleen moet uitzoeken. Een goed ontruimingsplan bouw je samen, stap voor stap, met mensen die jouw locatie en werkwijze kennen.

Herkenbaar? Dit zien wij vaak gebeuren:

• Het plan is te algemeen of te gedateerd.

• Rolverdelingen zijn onduidelijk of niet afgestemd.

• Medewerkers weten niet wat de afspraken zijn

Dat zorgt voor twijfel op momenten waarop juist duidelijkheid nodig is.

Wat werkt dan wél?

Een ontruimingsplan hoeft niet ingewikkeld te zijn. Het moet vooral passen bij jouw locatie en team. Wat helpt:

1. Loop je locatie zelf na

Niet vanuit een plattegrond, maar gewoon even rondlopen. Waar zitten knelpunten? Zijn nooduitgangen vrij? Is de verzamelplek logisch?

Checklist locatierondje:

• Zijn alle nooduitgangen toegankelijk?

• Werken de deurdrangers en noodverlichting?

• Zijn de looproutes logisch voor nieuwe collega’s of bezoekers?

Maak het visueel:

• Kleurcodes op de plattegrond (bijv. groen = hoofdroute, oranje = alternatief).

• Een eenvoudig kaartje per BHV’er, fysiek of digitaal.

2. Verdeel de rollen samen, niet van bovenaf

Wie doet wat als het misgaat? Bespreek dit samen. Niet alleen op papier, maar ook in de praktijk. Zo voelt iedereen zich zekerder.

Praktisch format rolverdeling:

• Wat houdt de rol in?

• Wat wordt er verwacht?

• Wat moet je minimaal weten of kunnen?

Laat collega’s zelf aangeven waar zij zich prettig bij voelen. Dat zorgt voor eigenaarschap én betrokkenheid.

3. Maak het plan zichtbaar

Geen geheim document in een map. Vertel je collega’s wat de afspraken zijn en waarom die belangrijk zijn. Veiligheid is iets van ons allemaal.

Tip: gebruik een “eerste minuut”-instructie. Wat doe je zodra het alarm gaat? Die eerste actie maakt het verschil.

Zorg daarnaast voor:

• Een samenvatting op één A4, met kernrollen, looproutes en contactlijnen.

• Ophangpunten op logische plekken bij BHV-kasten, printers of personeelsruimtes.

• Een digitale versie in een gedeelde map of app.

4. Oefen realistisch en evalueer

Oefen zoals het écht zou kunnen gaan. En vraag daarna aan je team:

 Evaluatievragen na een oefening:

• Wat ging goed?

• Waar liep je vast?

• Wist je wat jouw taak was?

• Wat kunnen we beter doen?

Juist de feedback van collega’s die BHV ‘erbij’ doen is waardevol. Want als het voor hen duidelijk is, dan werkt je plan.

5. Houd het plan levend

Plan vaste updates:

• Kort overleg na een oefening.

• Twee keer per jaar een checkronde.

• Updates bij personeelswisselingen of verbouwingen.

Waarom dit nú handig is om te doen

Na de vakantie is hét moment. Iedereen is terug, fris en klaar voor een nieuw seizoen. Een korte BHV-update, een rondje over de locatie en helderheid over wie wat doet, geeft enorm veel rust. Voor jezelf én voor je team.

Het resultaat?

• Jij weet wat je kunt verwachten

• Je team weet wat er van hen gevraagd wordt

• Je collega’s voelen zich veiliger

• En het plan? Dat leeft en doet wat het moet doen als het erop aankomt

Sparren over jouw situatie?